Jan Leijten heeft gedurende zijn leven, zeker vanaf zijn adolescentie, vrijwel dagelijks gelezen en geschreven. Hij las veel, divers en breed, vooral literatuur en niet alleen Nederlandse. Conrad en Orwell behoorden tot zijn favoriete auteurs. Van zijn leeservaringen deed hij graag verslag. Ook van zijn gevoelens over wat er in de wereld was gebeurd en over actuele onderwerpen. Het recht bleef de rode draad, omdat hij nu eenmaal jurist in hart en nieren was. Hij onderstreepte graag het belang van het recht, maar nog liever relativeerde hij de plechtstatigheid van de beoefenaren ervan. Hij had een zwak voor kleine mensen en hun beschermers, advocaten, en een zeker gezond en kritisch wantrouwen tegen rechters, zijn collega’s die hij maar al te goed kende. Hij kon scherp over hen en over gezagsdragers oordelen, terwijl zijn oordeel verder mild bleef. In het persoonlijke vlak was hij altijd respectvol en beminnelijk. Over onderwerpen die hem ter harte gingen kon hij soms fel een mening geven. Enkele jaren geleden hield hij op met schrijven. Hij voelde dat zijn eigen krachten verminderden. Toch kroop het bloed waar het niet gaan kon. Jan wilde nog eenmaal een bundel uitbrengen van opstellen die naar zijn eigen keuze de tand van de tijd hadden doorstaan of met een kleine bewerking nog leesbaar bleven. Hij heeft nog enkele nieuwe korte verhandelingen geschreven en van het geheel na rijp beraad een bundel gemaakt die hij aan zijn uitgever heeft opgestuurd. In mei 2014 is hij overleden zonder dat over de verschijning was beslist. Na zijn dood hebben wij op verzoek van zijn vrouw Thea en hun kinderen de kopij teruggevraagd en bestudeerd. Besloten is vervolgens de bundel digitaal ter beschikking te stellen op een website die door zijn kleinzoon is gemaakt. Op deze website zal ook veel van het andere werk van Jan worden geplaatst zodat het voor een breed publiek toegankelijk is. Wij zijn zeer verheugd dat het gelukt is deze bundel gereed te maken voor publicatie en als eerste op de website te plaatsen. Wij zijn er zeker van dat Jan hierover even verbaasd als verheugd zou zijn geweest als hij daarvan kennis had kunnen nemen. De inhoud van de bundel spreekt voor zich, dat wil zeggen hierin is onmiskenbaar Jan aan het woord en zo blijft hij onder ons leven(d).
Juli 2015,
Fred Hammerstein
Jan Vranken